Stralingsbescherming van externe werkers

Het radiologisch controlesysteem van de externe werkers zorgt voor een equivalente bescherming als die waarover de werknemers beschikken die door de exploitant permanent zijn tewerkgesteld (art 37 ter van het ARBIS).

Het is daarom belangrijk dat de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen het externe onderneming en de exploitant waar de werkers naartoe gaan duidelijk wordt vastgelegd en dat er een goede communicatie is tussen de twee partijen om de consistentie en continuïteit van de stralingsbescherming van de externe werkers te verzekeren.

Verantwoordelijkheden van de externe ondernemingen
Verantwoordelijkheden van de exploitanten
Bijzondere of uitzonderingsregelingen
Overeenkomst met de buitenlandse onderneming
Stralingspaspoort

Verantwoordelijkheden van de externe ondernemingen

Een externe onderneming is verantwoordelijk voor het continu bewaken van de stralingsbescherming en veiligheid van zijn werknemers (zie artikel 37 quater van het ARBIS).
In deze context is ze verantwoordelijk voor:

  • het naleven van de algemene beginselen inzake stralingsbescherming en de dosislimieten;
  • het organiseren van de basisinformatie met betrekking tot het risico van ioniserende straling en de middelen om zich daartegen te beschermen (art 25.1.1 van het ARBIS) voor haar werknemers;
  • het op de hoogte brengen van de exploitant (of ondernemingshoofd) naar wie haar werknemers gaan, voorafgaand aan de opdracht die een blootstellingsrisico inhoudt:
    • de gegevens omtrent de onderneming: naam, vestigingseenheid adres, uniek identificatienummer in de vorm van het identificatienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO);
    • de gegevens met betrekking tot externe werkers: naam, voornaam, geslacht, geboortedatum, uniek identificatienummer in de vorm van het rijksregisternummer of, indien van toepassing, het BIS-registernummer;
    • de resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht van de externe werkers:
      • de doses over de laatste vijf kalenderjaren, waarbij weergegeven, per jaar, de effectieve dosis, de equivalente doses in de verschillende delen van het lichaam in geval van niet-eenvormige blootstelling, de effectieve en equivalente volgdosissen in het geval van inwendige besmetting;
      • de doses over de laatste twaalf glijdende maanden, waarbij weergegeven: de monitoringperiode, de effectieve dosis, de equivalente doses in de verschillende delen van het lichaam in geval van niet-eenvormige blootstelling, de effectieve en equivalente volgdosissen in de geval van inwendige besmetting;
        NB: Bij een opdracht in het buitenland wordt deze informatie door middel van het stralingspaspoort doorgegeven aan de buitenlandse onderneming
    • de wettelijke dosislimieten als het gaat om een ​​opdracht in het buitenland.
  • de overdracht van de resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht van haar werknemers tijdens opdrachten in het buitenland naar het blootstellingsregister.

Verantwoordelijkheden van de exploitanten

De exploitant (of, bij ontstentenis, het ondernemingshoofd) bij wie externe werkers een opdracht met blootstellingsrisico uitvoeren, is verantwoordelijk voor de operationele aspecten van hun stralingsbescherming in de gecontroleerde zone en bij de uit te voeren taak (zie artikel 37 quinquies van het ARBIS), en hij is in het bijzonder verantwoordelijk voor:

  • het doen naleven van de algemene beginselen inzake stralingsbescherming en de dosislimieten;
  • het organiseren van het individueel dosimetrisch toezicht van de externe werkers, zoals voorzien in artikel 30.6 van het ARBIS (inclusief de overdracht van resultaten naar het blootstellingsregister);
  • het organiseren van de specifieke vorming (zie artikel 25.1.2 van het ARBIS) voor de externe werkers;
  • het ter beschikking stellen van de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen aan de externe werkers;
  • het voorafgaand aan de opdracht van de externe werkers kennisnemen van de resultaten van hun individueel dosimetrisch toezicht;
  • indien nodig, het bepalen en doen naleven van de dosisbeperkingen, rekening houdend met de voordien opgelopen dosissen, met de aard van de gecontroleerde zone en met de uit te voeren taak.
  • het melden (via de dienst voor fysische controle) van de resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht van de externe werkers rechtstreeks aan de externe onderneming, aan hun erkende arbeidsarts en aan de arbeidsgeneeskundige dienst of aan de door de zelfstandige externe werker gekozen arts, en dit onmiddellijk bij geval van noodsituaties (zie artikel 23.1.7 §1 van het ARBIS).

Bijzondere of uitzonderingsregelingen

Overeenkomstig artikel 37 sexies, §1 van het ARBIS, kan een externe onderneming (of een zelfstandige externe werker) in overleg met de exploitant geheel of gedeeltelijk één of meer aspecten organiseren met betrekking tot de stralingsbescherming van haar werknemers tijdens de opdrachten met blootstellingsrisico die uitgevoerd worden voor deze exploitant in de volgende situaties:

  • de externe onderneming (of de zelfstandige externe werker) tussenkomt voortdurend of herhaaldelijk en op basis van een contract bij die exploitant;
  • de externe onderneming beschikt over haar eigen dienst voor fysische controle;
  • de externe onderneming is een externe hulpdienst die tussenkomst in een noodsituatie.

De aspecten die door de externe onderneming worden georganiseerd, worden dan geregeld in het kader van een door beide partijen ondertekende overeenkomst. Deze aspecten kunnen betrekking hebben op:

  • de specifieke vorming over de gecontroleerde zone en de uit te voeren taak;
  • het individueel dosimetrisch toezicht en de overdracht van de resultaten daarvan in het blootstellingsregister (NB: de exploitant moet er dan voor zorgen dat dit dosimetrisch toezicht minstens gelijkwaardig is aan die van andere werknemers in dezelfde faciliteiten) ;
  • de terbeschikkingstelling van de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen.

Overeenkomst met de buitenlandse onderneming

Voorafgaand aan een opdracht in het buitenland sluit de externe onderneming een overeenkomst af met het buitenlandse onderneming dat tot doel heeft de stralingsbescherming van de externe werker te garanderen (zie artikel 37 sexies, §2 van het ARBIS) en in het bijzonder dat:

  • de algemene beginselen inzake stralingsbescherming, de dosislimieten en de eventueel afgesproken dosisbeperkingen worden nageleefd;
  • haar werknemers aan een individueel dosimetrisch toezicht zoals bedoeld in artikel 30.6 van het ARBIS zijn onderworpen;
  • haar werknemers vóór het begin van de opdracht met blootstellingsrisico, de specifieke vorming (zie artikel 25.1.2 van het ARBIS) krijgen;
  • haar werknemers over de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen beschikken;

In deze overeenkomst leggen de twee partijen samen vast:

de verdeling van de respectieve verantwoordelijkheden op het gebied van stralingsbescherming van de externe werkers. 

Dit betreft de volgende aspecten:

  • de specifieke opleiding
  • de terbeschikkingstelling aan de externe werker van alle persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn tijdens de opdracht
  • het individueel dosimetrisch toezicht van de externe werker tijdens de opdracht.
de stralingsbeschermingsmaatregelen die tijdens de opdracht van toepassing zijn. 

Met name:

  • de officiële dosislimieten waarmee rekening moet worden gehouden (de meest restrictieve tussen de twee landen);
  • de eventuele tussen beide partijen overeengekomen dosisbeperkingen;
  • de inhoud van de specifieke opleiding die moet worden gegeven met betrekking tot de bijzonderheden van de gecontroleerde zone en de uit te voeren taak;
  • de persoonlijke beschermingsmiddelen die voor de externe werker moeten voorzien worden;
  • het type dosimetrisch toezicht dat de externe werker moet krijgen.
de middelen en manieren van communicatie van de resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht

Deze middelen moeten garanderen dat:

  • de buitenlandse onderneming kennis neemt van de gegevens in het stralingspaspoort vóór de opdracht;
  • indien de buitenlandse onderneming verantwoordelijk is voor het dosimetrisch toezicht van de externe werker tijdens de opdracht, vult de buitenlandse onderneming na afloop van de opdracht, de afdeling 7 van het stralingspaspoort (zie hieronder) in en stuurt het terug aan de externe onderneming binnen een overeen te komen termijn, welke niet langer is dan 2 maanden na het einde van de opdracht;
  • hun gebruik voldoet aan de voorschriften betreffende de bescherming van personen tijdens de verwerking van persoonsgegevens. 

Stralingspaspoort

Alvorens één of meerdere opdrachten met blootstellingsrisico uit te voeren in het buitenland, moet een door een Belgische externe onderneming tewerkgestelde externe werker over een stralingspaspoort beschikken die wordt aangemaakt en afgeleverd door het Agentschap.

Het stralingspaspoort wordt door het Agentschap aan de externe onderneming in de vorm van een pdf-document overgemaakt, overeenkomstig het model in bijlage 1 van het technisch reglement dosimetrie.

Afdelingen van het stralingspaspoort

Het model van het stralingspaspoort bestaat uit zeven afdelingen:

Een afdeling 1 overs de gegevens van de werker

Deze afdeling bevat de identificatiegegevens van de externe werker.

Een afdeling 2 over de gegevens van de werkgever

 Deze afdeling bevat de identificatiegegevens van de externe onderneming.

Een afdeling 3 over de gegevens van het stralingspaspoort

Deze afdeling bevat administratieve details over het stralingspaspoort inclusief de geldigheidsuur maar ook de officiële Belgische dosislimieten. 

Een afdeling 4 met de doses over de laatste 5 kalenderjaren

Deze afdeling bevat de resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht van de externe werker gedurende de laatste 5 kalenderjaren die verschenen in het blootstellingsregister bij de uitgifte van het stralingspaspoort, met per jaar: de effectieve dosis, de equivalente dosis in de verschillende delen van het lichaam bij een niet-eenvormige blootstelling, de effectieve volgdosis en de equivalente volgdosissen bij inwendige besmetting.

Een afdeling 5 met de doses van de afgelopen 12 maanden

Deze afdeling bevat de resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht van de externe werker voor de laatste 12 maanden vóór de uitgiftedatum die verschenen in het blootstellingsregister op het moment van uitgifte van het stralingspaspoort, inclusief voor elk resultaat: de monitoringperiode, de effectieve dosis, de equivalente dosis in de verschillende delen van het lichaam bij een niet-eenvormige blootstelling, de effectieve volgdosis en de equivalente volgdosissen bij inwendige besmetting.

Een afdeling 6 voor de door de werkgever in te vullen doses

Deze afdeling moet door de externe onderneming worden ingevuld met de resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht waarvan zij ofwel kennis heeft bij het verkrijgen van het stralingspaspoort, maar die ontbreken in afdeling 5 van het stralingspaspoort omdat ze nog niet verschenen in het blootstellingsregister op het moment van stralingspaspoortuitgifte, ofwel kennis krijgt tijdens de geldigheidsperiode van het stralingspaspoort (waarin ook de resultaten van het individuele dosimetrische toezicht van de externe werker in het kader van een opdracht in het buitenland maar die in afdeling 7 van het stralingspaspoort niet zouden voorkomen)
Opmerking: het doel is dat absoluut alle doses waarvan de externe onderneming op de hoogte is op het moment van het verkrijgen van het paspoort en tijdens de geldigheidsperiode van dit laatste (behalve de door de buitenlandse ondernemingen gecodeerde doses in het gebruikte paspoort) door de externe onderneming in het paspoort worden gecodeerd. In het bijzonder in het geval van twee opeenvolgende paspoorten (waarvan de geldigheidsperioden elkaar kunnen overlappen), moeten alle doses gecodeerd door buitenlandse ondernemingen in het eerste paspoort, indien ze nog niet werden ingevuld in het blootstellingsregister, worden overgeschreven door de externe onderneming in het tweede paspoort. Het doel is dat elk paspoort dat wordt aan een buitenlandse onderneming meegedeeld zo volledig mogelijk is in de huidige stand van kennis van de externe onderneming.

Een afdeling 7 voor de door de buitenlandse onderneming in te vullen doses

Die afdeling moet aan het einde van de opdracht door de buitenlandse onderneming worden ingevuld met de volgende gegevens:

  • de naam, het adres en, indien beschikbaar, het landspecifieke identificatienummer van de buitenlandse onderneming waarin de externe werker een opdracht heeft uitgevoerd, evenals de periode waarop deze opdracht betrekking heeft;
  • een schatting van de effectieve dosis die de externe werker heeft opgelopen voor de periode waarop de opdracht betrekking heeft;
  • bij een niet-eenvormige blootstelling, een schatting van de equivalente doses in de verschillende delen van het lichaam;
  • in het geval van de opname van radionucliden, een schatting van de effectieve volgdosis en de equivalente volgdosissen

Opmerking: dit gedeelte hoeft niet te worden ingevuld voor opdrachten waarvoor de externe onderneming volledig instaat voor het individueel dosimetrisch toezicht van zijn werknemers. Op dit moment wordt het stralingspaspoort enkel gebruikt om te communiceren met de buitenlandse onderneming.

Stralingspaspoortaanvraag

De externe onderneming dient een aanvraag in bij het Agentschap tot verkrijging van een stralingspaspoort ten minste 30 werkdagen vóór de datum van de eerste opdracht die onder het gevraagde stralingspaspoort valt via het volgende e-mailadres:  workerdose@fanc.fgov.be.

In zijn aanvraag, vermeldt de externe onderneming:

  • zijn uniek identificatienummer in de Kruispuntbank der Ondernemingen, eventueel vergezeld van de naam en adres van de onderneming indien deze nog niet bekend is in het blootstellingsregister.
  • het Rijksregisternummer van de werknemer of in voorkomend geval zijn/haar BIS-registernummer, eventueel vergezeld van de naam, voornaam, geslacht en geboortedatum van de werknemer indien deze nog niet bekend is in het blootstellingsregister.

Opmerking: als de externe werker op het moment van de aanvraag in dienst is van een of meer andere werkgevers of in dienst is geweest van een of meer andere werkgevers tijdens de periode van de dosishistoriek voorzien in de stralingspaspoorten (laatste 12 maanden en laatste 5 kalenderjaren), moet de externe onderneming bij haar aanvraag een document voegen waaruit blijkt dat de externe werker ermee instemt dat de eventuele resultaten van individueel dosimetrisch toezicht in het kader van andere arbeidsovereenkomsten in het stralingspaspoort worden opgenomen.

De werkgever heeft geen recht op toegang voor deze doses die werden opgelopen op grond van andere arbeidsovereenkomsten. Daarom is de instemming van de externe werker nodig zodat deze doses kunnen worden geraadpleegd door zijn werkgever en door buitenlandse bedrijven waarvoor hij opdrachten zal uitvoeren krachtens het contract dat hem bindt aan de werkgever die het paspoort heeft aangevraagd.

Geldigheidsperiode

De geldigheidsperiode van het paspoort begint met de uitgifte en eindigt een jaar later. De geldigheidsduur kan langer zijn dan een jaar mits door het Agentschap toegestane afwijking.

De periode van opdracht met blootstellingsrisico in het buitenland moet in alle gevallen volledig worden gedekt door de geldigheidsperiode van een stralingspaspoort. Indien het einde van de geldigheidsperiode aankomt vóór het vermoedelijke einde van een opdracht met blootstellingsrisico in het buitenland, wordt een tweede stralingspaspoort aangevraagd bij het Agentschap in overeenstemming met de hierboven beschreven procedures. De resultaten van het individueel dosimetrisch toezicht die in afdeling 7 van het 1ste stralingspaspoort verschijnen, worden door de externe onderneming overgeschreven in afdeling 6 van het 2de stralingspaspoort (zie uitleg over afdeling 6 hierboven).

Overdracht van de stralingspaspoort aan de buitenlandse onderneming

Voordat de externe werker een opdracht met blootstellingsrisico in het buitenland begint, bezorgt de externe onderneming het stralingspaspoort aan de buitenlandse onderneming.

Rol van de buitenlandse onderneming

De buitenlandse onderneming neemt vóór de opdracht kennis van de gegevens in het stralingspaspoort.

Indien de buitenlandse onderneming verantwoordelijk is voor het individueel dosimetrisch toezicht van de externe werker tijdens de opdracht, vult de buitenlandse onderneming aan het einde van de opdracht afdeling 7 van het paspoort in.

De buitenlandse onderneming stuurt het paspoort terug aan de externe onderneming binnen een overeen te komen termijn, welke niet langer is dan 2 maanden na het einde van de opdracht.

 

Laatst aangepast op: 23/03/2021